Toetsingsnormen / toetsingskaders / normenkaders
De IT-auditor gebruikt doorgaans toetsingsnormen, ook wel toetsingskaders of normenkaders als Soll-positie
waaraan het object van onderzoek moet voldoen. In het Raamwerk voor Assuranceopdrachten van de NOREA is
hierover het onderstaande opgenomen.
34. Toetsingsnormen zijn de benchmarks die worden gebruikt voor het evalueren of toetsen van het object van
onderzoek waaronder, voorzover van belang, die voor presentatie en toelichting. Toetsingsnormen kunnen
formeel zijn. Bij het rapporteren over interne beheersingsmaatregelen kunnen de toetsingsnormen bestaan uit
een bestaand kader voor interne beheersingsmaatregelen of uit individuele doelstellingen voor beheersing die
specifiek zijn ontwikkeld ten behoeve van de opdracht; bij het rapporteren over naleving kunnen de
toetsingsnormen bestaan uit de van toepassing zijnde wet, regelgeving of overeenkomst. Voorbeelden van
minder formele toetsingsnormen zijn een intern ontwikkelde gedragscode of een afgesproken prestatieniveau
(zoals het aantal keren dat een bepaalde commissie jaarlijks behoort te vergaderen).
35. Toepasbare toetsingsnormen zijn noodzakelijk voor een redelijk consistente evaluatie of toetsing van het
object van onderzoek binnen de context van vakkundige oordeelsvorming. Zonder een referentiekader dat wordt
verschaft door toepasbare toetsingsnormen laat elke conclusie de mogelijkheid open voor een eigen uitleg en
voor misverstand. Toepasbare toetsingsnormen zijn contextgevoelig, dat wil zeggen dat ze van toepassing zijn
voor de omstandigheden van de opdracht. Zo kan de ene verantwoordelijke partij het aantal klachten van klanten
kiezen dat tot duidelijke tevredenheid van de klant is afgehandeld wanneer de klanttevredenheid het object van
onderzoek is; een andere verantwoordelijke partij zou het aantal herhalingsaankopen kunnen nemen in de drie
maanden na de eerste aankoop.
36. Toepasbare toetsingsnormen vertonen de volgende kenmerken:
1.
elevantie: relevante toetsingsnormen dragen bij aan het trekken van conclusies die de besluitvorming van
de beoogde gebruikers ondersteunen;
2.
volledigheid: toetsingsnormen zijn volledig wanneer belangrijke factoren die de conclusies binnen de
context van de omstandigheden van de opdracht zouden kunnen beïnvloeden, niet achterwege worden
gelaten. Volledige toetsingsnormen omvatten voorzover van belang benchmarks voor de presentatie en
de toelichting;
3.
betrouwbaarheid: betrouwbare toetsingsnormen geven de mogelijkheid voor een redelijk consistente
evaluatie of toetsing van het object van onderzoek waaronder, voorzover van belang, presentatie en
toelichting wanneer zij onder vergelijkbare omstandigheden worden gehanteerd door IT-auditors die over
vergelijkbare deskundigheid beschikken;
4.
neutraliteit: neutrale toetsingsnormen dragen bij aan het onbevooroordeeld trekken van conclusies;
5.
begrijpelijkheid: begrijpelijke toetsingsnormen dragen bij aan trekken van conclusies die duidelijk en
bondig zijn en niet op significant verschillende wijzen kunnen worden geïnterpreteerd.
De evaluatie of toetsing van een object van onderzoek op basis van de verwachtingen, oordeelsvorming of
individuele ervaringen van de IT-auditor zelf vormen geen toepasbare toetsingsnormen.
37. De IT-auditor maakt een inschatting van de toepasbaarheid van toetsingsnormen voor een bepaalde
opdracht door te beoordelen of zij voldoen aan de bovengenoemde kenmerken. Het relatieve belang van elk van
de kenmerken voor een bepaalde opdracht is een zaak van oordeelsvorming. Toetsingsnormen kunnen generiek
zijn dan wel specifiek zijn ontwikkeld. Onder generieke toetsingsnormen worden de toetsingsnormen verstaan die
onderdeel uitmaken van wetten en regelgeving of die zijn uitgevaardigd door gezaghebbende of erkende
instanties van deskundigen die werken volgens een inzichtelijk proces van totstandkoming. Onder specifiek
ontwikkelde toetsingsnormen worden de toetsingsnormen verstaan die zijn ontwikkeld voor het doel van de
opdracht. Of toetsingsnormen generiek dan wel specifiek ontwikkeld zijn is van invloed op de werkzaamheden
die de IT-auditor zal uitvoeren om de toepasbaarheid van de toetsingsnormen voor
een bepaalde opdracht te beoordelen.
38. Het is noodzakelijk dat de toetsingsnormen beschikbaar zijn voor de beoogde gebruikers zodat zij kunnen
begrijpen hoe het object van onderzoek is geëvalueerd of getoetst. Toetsingsnormen zijn in één of meer van de
volgende vormen toegankelijk voor de beoogde gebruikers:
1.
doordat ze openbaar zijn;
2.
door ze op duidelijke wijze op te nemen in de presentatie van de informatie omtrent het object van
onderzoek;
3.
door ze op duidelijke wijze op te nemen in het assurance-rapport;
4.
doordat ze algemeen bekend zijn, bijvoorbeeld het weergeven van tijdregistratie in uren en minuten.
Toetsingsnormen zijn soms alleen beschikbaar voor specifieke beoogde gebruikers, zoals contract-voorwaarden
of toetsingsnormen die zijn uitgevaardigd door een vereniging binnen een bedrijfstak en die beschikbaar zijn voor
gebruikers binnen die bedrijfstak. Wanneer bepaalde toetsingsnormen alleen beschikbaar zijn voor bepaalde
beoogde gebruikers of alleen betrekking hebben op een bepaald doel wordt het gebruik van het assurance-
rapport beperkt tot die gebruikers of tot dat doel.
Organisatie is ‘leading’
Het is in beginsel de
‘verantwoordelijke partij’ die
bepaalt welke normen van
toepassing zijn. Eén van de
eerste stappen binnen de audit
is dan om te bepalen of deze
normen toereikend zijn. Zo niet,
dan is overleg nodig met de
verantwoordelijke partij. Deze
kan bijvoorbeeld op basis van
risicoanalyse besloten hebben
bepaalde normen niet toe te
passen.
Ik ben een aantal malen
auditors tegengekomen die
dachten dat zij de normen
bepaalden (en soms vond de
organisatie dat wel zo
makkelijk). .
Formele normen bieden
geen garantie!
Als in een bepaalde sitiuatie
sprake is van specifieke,
formeel vastgelegde normen
hoeft dat nog niet te betekenen
dat sprake is van toereikende
(toepasbare) toetsingsnormen!
In de Diginotar affaire bleek dat
de certificering op basis van
formele afspraken plaatsvondt
tegen een aantal ETSI-normen.
Nadere bestudering van deze
normen leerde dat ze niet
volledig waren (o.a. verwezen
naar andere normen) en ruimte
boden voor subjectiviteit en
verschillende interpretaties (a
mag, maar b mag ook).